Heb vandaag Maartens nieuwste roman "Verlovingstijd" uitgelezen. Uiterst vermakelijke literatuur. Geen literatuur met een grote "L", geen "Max Havelaar" of "Ontdekking van de hemel", maar gewoon een lekker leesbaar boek, waarin veel te lachen valt.
Na de begrafenis van haar tweede echtgenoot bekent de moeder aan één van haar zoons (de hoofdpersoon) dat haar tweede man eigenlijk haar eerste had moeten zijn, maar dat zijn vader er tussen kwam. Het verhaal gaat daarna in op de jeugd van de hoofdpersoon. Telkens als hij verliefd wordt op een meisje raakt zijn vriendje Jouri ook geïnteresseerd in dat meisje en gaat hij er uiteindelijk met de buit vandoor, omdat hij knapper is. Ook geestelijk lijkt hij knapper, maar op het eind van het boek blijkt het allemaal anders te hebben gezeten. Het boek speelt verder grotendeels in Leiden, waar de beide vrienden, want de hoofdpersoon blijft Jouri ondanks alles trouw, gaan studeren. Verschillende medestudenten en vooral -studentes passeren de revue. Zoals gezegd blijkt op het eind van het boek alles anders te zitten, maar dat ga ik natuurlijk niet verklappen. Lees het boek zelf maar. Vooral de anekdotes over de flatulentie (winderigheid, vaak gepaard gaand met een volle broek) van de hoofdpersoon (die niet bij naam genoemd wordt) zijn hilarisch!
Uiteraard kan 't Hart het ook in deze roman weer niet laten zijn liefde voor de enige ware muziek, de klassieke, ten toon te spreiden. En natuurlijk krijgen christelijk geloof en bijbel er weer behoorlijk van langs. Kenners van 't Harts werk, zoals ik, hebben het allemaal al eens eerder en beter verwoord gezien. Ach, de kracht van de herhaling zullen we maar zeggen?
En tja, zoals de klassieke muziek wordt opgehemeld, zo wordt de popmuziek weer eens de grond in geboord. Ook dat is niet nieuw bij ’t Hart. Elvis Presley wordt steevast aangeduid als "Dat Brylcreammonster uit Memphis" en van de Stones en de Beatles deugt ook niks. Nou mag hij die eerste twee namen wat mij betreft gerust afkammen, maar dat hij The Beatles als “tinnef” bestempelt berust bij Maarten duidelijk op een vooroordeel. Waarschijnlijk kent hij The Beatles alleen als de gillendemeidenband die zij in het begin was, maar niet als serieuze studioband die door heftig experimenteren de schitterendste nummers voortbracht en niet enkel rotherrie!
Maar, 't Hart kan bij mij een potje breken. Zijn optreden bij Pauw en Witteman op dinsdag 8 september jongstleden was fantastisch en als het goed is zie ik hem zaterdag 26 september a.s wanneer hij weer eens in Maassluis komt signeren. Ik zal er verslag van doen!
Veel mensen, vooral uit christelijke hoek, kunnen ’t Hart niet velen. Zijn denkbeelden over het geloof die in zijn proza en vooral in de twee delen “De Schrift betwist” naar voren worden gebracht zullen veel oprechte christenen pijn hebben gedaan. Hoewel ik mij serieus afvraag of de mensen die hem het hardst aanvallen die twee boeken überhaupt gelezen hebben, laat staan de rest van zijn oeuvre. Ik heb alles van hem in mijn bezit én gelezen: romans, verhalen, essays, columns en boeken over muziek, literatuur en biologie/dierengedrag (ethologie, zijn vakgebied). Ik ben het lang niet altijd met hem eens, maar ik ben evenmin gemakkelijk te kwetsen. Ik wil in zijn verdediging het volgende zeggen. Vroeger bij Maarten thuis was het enige dat hij te lezen en te horen kreeg de Bijbel en de psalmen. De leesgierige Maarten, die als eerste van zijn klas goed kon lezen, kent die Bijbel dan ook van voor naar achter en vice versa. Ook de psalmen hebben geen geheimen voor hem. Maar, de jonge Maarten wilde meer. Hij wist dat er boeken bestonden waar hij alleen maar van kon dromen en hij hoorde bij toeval een muziekwerk waarvan hij het bestaan voorheen niet wist. Het was een klassiek stuk. Het begin van een liefde die nooit meer is overgegaan en die zelfs zijn liefde voor de literatuur zou overtreffen. Maar in het toen zwaar christelijke Maassluis was geen plaats voor wereldse boeken en goddeloze muziek. Ik denk dan ook dat Maartens latere aversie tegen het geloof voornamelijk hieruit voortkomt. Hij ageert tegen dat geloof, omdat het hem vroeger veel vreugde ontnam. Natuurlijk zag de hoogbegaafde jonge Maarten dingen in de kerk die hij niet begreep en las hij in de Bijbel zaken die hem onwaarschijnlijk of tegenstrijdig leken, maar daarin ligt niet de hoofdoorzaak van zijn afvalligheid. Ik ben geneigd te geloven dat, hadden zijn ouders hem toen vrij gelaten in zijn literatuur- en muziekkeuze, zijn geloofsaversie kleiner was geweest.
Ondanks dat alles schrijft hij met grote liefde over zijn ouders, en maakt hij hun religieuze rituelen en denkbeelden in zijn romans en verhalen nooit écht belachelijk. Dat kan hij toch niet over zijn hart verkrijgen. Leest u bijvoorbeeld eens “De aansprekers”. Een aangrijpend boek over zijn vader. Daar spreekt ontzettend veel liefde uit. Ook in “De vlieger” speelt Maartens vader een hoofdrol, maar is de humor belangrijker dat het drama.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten